Alle schakels in de keten (melkproducenten, melkophalers, verwerkers en affineurs) worden gecontroleerd in het kader van het AOP-controleplan. Het doel? Aan de consument de garantie bieden dat het lastenboek van de AOP is nageleefd.

De controle van de AOP wordt uitgevoerd op basis van de productievoorwaarden die zijn vastgelegd in het lastenboek en volgens de regels die zijn bepaald in het AOP-controleplan. De branche controleert ook de uiteindelijke kwaliteit van de kaas.

CONTROLE VAN DE PRODUCENTEN

De AOP-controle gebeurt op drie niveaus:

  • Zelfcontrole: wordt uitgevoerd door de professionals zelf met variabele tussenpozen, afhankelijk van het belang van het te controleren punt.
  • Interne controle: wordt uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de beschermingsinstantie van de AOP, in dit geval het SIFAm.
  • Externe controle: wordt verzekerd door de onafhankelijke certificeringsinstantie CERTIPAQ. Deze instantie gaat na of elke schakel in de keten alle vooropgestelde productievoorwaarden naleeft.

De onafhankelijke instantie gaat rechtstreeks bij de te controleren bedrijven op bezoek. Dit gebeurt volgens een vooraf bepaalde frequentie en de te controleren bedrijven worden aangeduid door loting. De onafhankelijke instantie controleert zelfs de beschermingsinstantie van de AOP (Organisme de Défense et de Gestion, ODG) om na te gaan of de interne controles wel volgens de vastgestelde procedures verlopen: frequentie van de controle, accreditatie van de auditeurs, follow-up van de corrigerende maatregelen enz.

Voor elk te controleren punt zijn sancties bepaald, die variëren van een waarschuwing tot de uitsluiting van de appellation.

Het doel van het SIFAm is om bedrijven in de keten te helpen het lastenboek weer na te leven. Bij een ernstig probleem of als de corrigerende maatregelen (of het conformiteitsplan) niet worden uitgevoerd, kan het bedrijf zijn accreditatie kwijtspelen. Dat betekent bijvoorbeeld dat het niet langer melk mag leveren of AOP Fourme d’Ambert mag produceren.

 
KWALITEITSCONTROLE

De controle van het eindproduct bestaat uit een presentatie van Fourme d’Ambert (minimaal elke twee maanden) aan een commissie van deskundigen, die zeventien leden telt verdeeld over drie colleges. Zij onderwerpen de kaas aan een organoleptisch onderzoek.

Om een onpartijdig resultaat te garanderen, zijn er duidelijke regels vastgelegd voor deze monstername en degustatie. De degustaties kunnen immers leiden tot al dan niet zware sancties, waaronder de uitsluiting van de AOP.

De procedures bepalen onder meer:

  • Hoe de kaasmonsters moeten worden afgenomen door een monsternemer;
  • Hoe de degustatie moet worden georganiseerd (anonimiteit en onpartijdigheid van de resultaten moeten gewaarborgd zijn);
  • De kenmerken van een Fourme d’Ambert (vorm, uiterlijk, textuur, smaak);
  • De sancties in het geval van niet-conforme resultaten.

Al dit werk vormt de basis voor een succesvolle AOP. De bedrijven uit de branche begrepen al snel dat het in ieders belang is om de handen in elkaar te slaan en samen te werken aan een verbeterde kwaliteit van Fourme d’Ambert.