Wist je dat Fourme d’Ambert al meer dan duizend jaar in de Auvergne wordt gemaakt? Ontdek de lange geschiedenis van deze kaas.

SINDS WANNEER WORDT FOURME D’AMBERT GEMAAKT?

In de Gallo-Romeinse tijd zouden zelfs de druïden al Fourme d’Ambert hebben gebruikt bij het vieren van hun cultus in Pierre-sur-Haute, het hoogste punt van het bergmassief van de Forez in de Auvergne. Later, in de achttiende eeuw, deed Fourme d’Ambert dienst als ruilmiddel voor de huur van ‘jasseries’, de typische berghutten met een rieten dak op de zomerweiden van de Monts du Forez. Vanaf de twintigste eeuw werden die ‘jasseries’ geleidelijk vervangen door kaasmakerijen. De productietechnieken verbeterden om een optimale kaaskwaliteit te kunnen garanderen.

FOURME D’AMBERT, EEN WAARGEBEURD VERHAAL!

De productie van Fourme d’Ambert in de streek van de Haut-Forez gaat met zekerheid terug tot de middeleeuwen, toen het systeem nog gebaseerd was op landbouw en veeteelt, en dat tot na de Tweede Wereldoorlog.

Als we de legenden echter mogen geloven, zouden zelfs de druïden in de tijd van de Galliërs de kaas al hebben gekend en volgens de heer Maze, voormalig directeur van het Institut Pasteur, maakte men al Fourme d’Ambert in de tijd van de Arverni, nog vóór de verovering door Caesar.

Sinds de achtste eeuw zijn de legenden eensluidend over het bestaan van Fourme d’Ambert en de consumptie ervan. Zelfs in het architecturale erfgoed is bewijs te vinden voor het bestaan van Fourme d’Ambert. Zo getuigen de tiendstenen (die werden bewerkt met de beeltenis van streekproducten uit die tijd, zoals worst, ham, eieren en fourmes of cilindervormige kaasjes) aan de kerk van La Chaulme (Puy-de-Dôme) van het bestaan van Fourme d’Ambert. In de achttiende eeuw fungeerde de kaas zelfs als ruilmiddel voor de huur van ‘jasseries’ of berghutten.

In die tijd gebeurde de kaasproductie uitsluitend in boerderijen. In de zomerperiode, van juni tot oktober, trokken alle vrouwen en kinderen naar de ‘jasseries’ (berghutten die dienstdeden als stal, kaasmakerij en woning), terwijl de mannen op het veld bleven om te hooien.

Aan het begin van de twintigste eeuw, wanneer de landbouwproductie op de zomerweiden in de Forez een terugval kende, begonnen melkerijen op de Monts du Forez op te rijen, vooral op de oostelijke helling. In 1950 haalden een vijftiental melkerijen melk op in een toch wel zeer beperkt gebied.

In diezelfde periode doken ook buiten de Monts du Forez producenten van Fourme d’Ambert op, eerst ten westen van de Puy de Dôme (Laqueuille en Rochefort-Montagne) en vervolgens in de Cantal (Murat) en de vallei van de Dore (Thiers, Puy-de-Dôme). In de jaren vijftig vestigden de kaasmakers zich tot slot ook in Saint-Flour (Cantal).

Sinds het AOC-label een feit is, blijft de productie van Fourme d’Ambert gestaag toenemen. Terwijl er in 1900 nog maar 200 ton werd geproduceerd, werd de productie op één eeuw tijd wel 35 keer groter, tot 5800 ton in 2018. Meer dan duizend melkproducenten, zes kaasmakerijen en acht boerderijproducenten – samen goed voor ongeveer driehonderd directe banen – houden de traditie van deze unieke kaas vandaag in stand.